Dag 31 - naar Langres - 21 km
Héhé, we zijn in Langres, een ommuurde stad op een hoogte, waar we gewoonlijk voorbij rijden zonder te stoppen, op weg naar het zuiden. Nu hebben we tijd om deze stad eens beter te leren kennen, tenminste nadat we weer in staat zijn om een verticale houding aan te nemen. Voorlopig liggen we nog even horizontaal, de benen en de voeten hebben het nodig. Onze rustdag komt op tijd!
Even terug naar gisteren. Toen we aankwamen in Marac, opnieuw een eind van de weg af omdat er geen slaapplek te vinden was, stond een vrouw in haar tuin de was af te halen. Het was Elisabeth. Ze nam ons mee naar binnen en waarschuwde ons voor de papiersnippers die overal verstrooid lagen. Ze gaf er een uitleg aan die ik niet goed verstond. ‘Is dat uw kat die dat doet?’, vroeg ik haar, ‘of uw hond?’. Nee, zei ze, dat is Pierre, mijn zoon. En meteen hoorde we hem. Hij maakte een bijzonder vreemd geluid dat ik niet kon plaatsen. ‘Pierre is autistisch’, zei ze, ‘en hij zit in bad en wil er nu uit’. Ze negeerde een tijdje zijn vraag en nam ons mee naar de veranda waar ze ons een drankje gaf, alvorens haar zoon verder te helpen. Opeens stond hij daar, een grote volwassen man van 33 die ons recht aankeek, maar waar we geen enkel contact mee konden maken. Hij ging verder werken aan zijn papiersnippers, terwijl wij in de veranda met ons drankje zaten en van Elisabeth een heel programma van de weg uitgelegd kregen. Ik was er op voorhand al een beetje bang voor (want ze had allerlei plannetjes doorgestuurd van hoe we moesten stappen en waar we moesten gaan slapen, goede raad die we als echte eigenzinnige pelgrims totaal in de wind sloegen) en die angst werd waarheid. Hoe hadden we het toch in ons hoofd gehaald om zo ’n omweg te maken! Daar kon ze niet bij. En dan nog slapen in een hotel! Een pelgrim heeft geen middelen en heeft er dus alle belang bij om zo snel mogelijk vooruit te gaan want elke dag kost je geld. Dat is haar visie. Recht op recht, de snelste weg, geen GR gezever. Toen ik opmerkte dat wij asfaltwegen probeerden te vermijden, wuifde ze dat weg door te zeggen dat de GR ook over asfaltwegen gaat. ‘Maar je doet je goesting, elke pelgrim gaat zijn eigen weg’, was haar conclusie. Ondertussen belde ze alvast naar het parochiaal centrum van Langres om een slaapplek voor ons te regelen. En wou ze ook de volgende overnachtingen regelen. Dat konden we met moeite vermijden door te zeggen dat we een dag in Langres zouden blijven. Dat vond ze een goed idee. Oef!
Na een verkwikkende douche en wat rusten, horizontaal op het bed, konden we opnieuw naar de veranda voor het avondeten. Ze had lekker gekookt: gevulde tomaten met rijst en een komkommersalade en knolseldersalade, dan kaas en dan nog eens een dessert, tiramisu. Heerlijk allemaal.
Tijdens het eten vertelde ze wat over haar zoon, die tijdens de week in een home wordt opgevangen. En begon ze opnieuw over de GR die toch wel heel erg toeristisch en commercieel is want waarom gaat die nu langs Faverolle, een dorpje op 2 km aan de andere kant van de autostrade, waar niet eens een slaapplek te vinden is? Awel, omdat er een gallo-romeins mausoleum en en museum is. Mijn spontane uitlating ‘Jammer, dat hebben we gemist.’ ontging haar niet. Meteen stelde ze voor om na het eten naar Faverolle te rijden en het mausoleum te gaan bekijken.
Wauw, dat was supertof! En Elisabeth ontpopte zich tot een volleerde gids, die ons niet alleen de restanten van het mausoleum en de kleinere replica liet zien (precies een kopie van het mausoleum van Glamun bij St-Rémy-en-Provence) maar ook de oude originele Romeinse baan en daarna de bijzondere duiventil van Marac, waar vroeger duiven werden gekweekt omwille van hun mest, de beste die er is.
Het was pikkedonker toen we weer thuis waren. Pierre lag te slapen in zijn bed. Daar lag hij al toen we vertrokken. Met muziek, daar houdt hij van.
Ook deze morgen zagen we hem niet meer, want hij lag in haar bed te slapen, ook daar houdt hij van. Zij vindt het best want in de instelling moet hij er om 07.00 uur al uit. We kregen een typisch Frans ontbijt (koffie een stuk geroosterd brood met confituur en een yoghurtje).
en gingen op weg, na een hartelijke knuffel.
Het was een korte etappe en gelukkig kwamen we onderweg een heus restaurant tegen want we hadden geen picknick maar wel honger. Viel dat even mee!
Toch waren we moe, de weg was niet altijd gemakkelijk (rotsige benenbrekerspaden) en op het eind stijl omhoog om de stad te bereiken. Eigen schuld, dikke bult, hoor ik Elisabeth al denken. ‘Had dan toch mijn goede raad gevolgd!’
Omdat we een rustdag wilden, zagen we het helemaal niet zitten om in de parochieherberg te gaan slapen die Elisabeth had geregeld. We willen immers eens wat bijslapen. Dus zochten we een hotel en belde de parochie af. Hier zitten we nu, in hotel de la Poste in Langres, alweer proper gewassen en klaar om een aperitiefje te gaan drinken in de stad. Heerlijk!
Ps: Niet alles loopt hoe je denkt dat het zal lopen. En vaak is dat ‘anders’ beter. Een reden om dankbaar te zijn en vertrouwen te hebben.
Pps: Verlangen heeft een eindeloos karakter en houdt de belofte van vervulling in. We leren elke dag te balans te vinden tussen dagelijkse behoeftes en verlangens en precies het tegenovergestelde ervan, het loslaten. We ondervinden dat we dan de mooiste cadeaus krijgen. Maar het diepe verlangen dat niet over dagelijkse behoeftes gaat, maar over wat ons werkelijk doet leven, verlangen naar harmonie en innerlijke vrede, naar liefde en vriendschap, dat verlangen kan alleen maar groeien en een leidraad worden.
Ppps: Een woord van dank gaat uit naar onze partner KBC die onze financiële zaken mee in goede banen leidt én Make it Work steunt, door dik en dun.
Reacties
Dank om dit alles met ons te delen! Betty
Ingrid A