Dag 86 – naar Altopascio – 19 km


De kerk van Altopascio

Vandaag leidt de etappe naar Altopascio. Dat was in de Middeleeuwen een belangrijke aankomst- en rustplaats op weg naar Rome. Toen was het hier in de vlakte een erg moerassig gebied, waar je moeilijk door geraakte. In Altopascio vonden de vermoeide pelgrims een van de meest bekende hospices van de Via Francigena, georganiseerd door de ziekenbroeders-monikken van de orde van Tau: de Domus hospitalis de sanctis Jacobi de Altopassu. Van de Middeleewse vestiging blijft nog de mooie 12e eeuwse Romaanse façade over van de kerk van de heilige Jacobus, het klooster van de 13e eeuw en de campanile. In die klokkentoren hing de klok ‘scomparso’ (betekent verdwenen) die geluid werd bij het vallen van de avond om de arme pelgrims die nog ronddwaalden in de mist van het moeras de juiste weg te tonen.

Klooster achter de kerk in Altopascio 

Er moet hier ergens een klein museum zijn en een ontmoetingspunt georganiseerd door een Via Francigena-gezelschap waar je een van de mooiste stempels kunt krijgen van de hele VF. We gaan dadelijk eens kijken of het open is, want het is zondag vandaag. Ik las dat op de stempel een ‘pistacchia’ staat afgebeeld. Dat is een metalen kaart die de Middeleeuwse pelgrim kreeg. De kaart verschilde naargelang je status: adel, geestelijke, burger of arme sloeber, en je kreeg navenante accommodatie, maaltijden en drank. Naast de clerus en de adel kregen ook zwangere vrouwen geprivilegieerde opvang. We zijn niet zwanger en niet geprivilegieerd maar hopen toch op een extra lekker wijntje straks in de bar. Ingrid, omdat ze het verdiende met een snelle etappe, helemaal gedaan in haar klein maar dappere ukkie. Ik, omdat ik net als die arme Middeleeuwse pelgrim extra rust nodig had en dus een extra boost nodig heb na een extra dag aan de kant.

De etappe kan ik niet voor jullie beschrijven. Dus ik geef Ingrid zelf het woord voor een kort verslag. Daarna duiken we Altopascio in!

Zo, hier ben ik dan weer even. De beslissing viel gisteren al. De knie was dik, warm en deed ook tijdens de rust pijn. Helaas, maar het is wat het is. We hadden samen een heel gezellig ontbijt op het meest bekende plein van Lucca, het amfitheater. Pas om 10.30 vertrok ik maar dat was geen probleem want 19 km is niet ver en bovendien was het plat én viel er niets te zien. De etappe wordt beschreven als een van de minst interessante van de hele weg. Dat kan ik beamen: Lucca uitlopen was het leukst, via de Porta Elisa, 



tot ik de wallen voorbij was. Dan begon de aaneenrijging van dorpen en nog verder de industrie. 




No comment

Dan is het kwestie van goed door te stappen en maken dat je zo snel mogelijk op bestemming bent. Check. Het onweer dreigde weer..


In het dorp Porcari leek het wel avond

Het enige vermeldenswaardige was dat ik géén herder met schapen tegenkwam (in het boek stond dat dat mogelijk was, hoewel ik me niet kan indenken dat er op straat of tussen de hangars opeens schapen lopen te grazen) maar wel 1 doorwinterde en 5 verse pelgrims. De eerste twee pelgrims hoorde ik al van ver achter me aanlopen. Twee jonge Italiaans vrouwen die er op los kwetterden. Toen ik even een kijkje ging nemen op een groot plein waar duidelijk iets te gebeuren stond (een groot eetfestijn, zo bleek) liepen ze me voorbij. Maar even verder stonden ze in het Engels te praten met een iets ouder koppel Australiërs. Ze waren vandaag alle vier hun eerste dag gestart in Lucca. Natuurlijk vroegen ze me of ik ook een pelgrim was en waar ik vandaan kwam. Hun mond viel open toen ik zei dat ik van België kwam. Ik zag ze niet terug want ik had zin in een cappu en dook een bar binnen. Maar iets later kwam ik nog een Duitse pelgrim tegen die ook haar eerste dag stapte en dat nog wel op haar allereerste camino (Dat kan je zien een volle fles water van 2 liter op 2 km voor aankomst. Binnen twee dagen giet ze die leeg en stap ze met precies de hoeveelheid die ze nodig heeft.). En daarna nog een jonge Italiaanse die van Canterbury kwam aangerend (ze doet 35 km gemiddeld). Die zien we nooit meer terug! Lucca is dus blijkbaar een populaire startplaats voor de VF. 



Tot zover het verslag van Ingrid.

Ps: Ik bleef vandaag langer in Lucca hangen en heb mezelf de tentoonstelling gegund I Pittori della Luce. Da Caravaggio a Paolini. Mijn favoriet: de begrafenis van de heilige Lucia. Donker en rauw, dat wel. Maar wat een intense focus!

Pps: Bedankt familie Costers-Devos, Stef en Dorien en Renée Claise, voor de steun aan Make it Work en dus ook aan ons!

Ppps: hahaha,Gerda! 

 

 

Reacties

Tanja zei…
Bravo Ingrid om deze etappe alleen te hebben gelopen. Je maatje moeten missen zal niet makkelijk zijn geweest!
Bravo Geert voor je wijze beslissing om die knie nog extra rust te geven! Verzorg die maar goed!
Hang in there ladies.
Dikke bees, Tanja
Reinoud zei…
Op welke manier ook, jullie blijven wel volhouden, dag na dag. Brava donna Ingrid e saggia signora Geert e il rovescio. De tocht doen jullie nog steeds langs andere wegen met hetzelfde doel. Die weg is niet altijd even mooi maar wordt vroeg of laat wel gecompenseerd. Toscane is een dichtbewoonde regio maar er is ook nog veel open ruimte. Het verhaal van de moerasklok alleen al is een boek of een film waard.
Opvallend dat jullie nu pas meerdere pelgrims ontmoeten terwijl het einde van jullie lange tocht wel in zicht komt. Wat het ook weze, elke tocht is een inspanning. Maar wat jullie doen is een veelvoud daarvan. We blijven met onze gedachten bij jullie en moedigen verder aan.

Volg onze blog

Subscribe

* indicates required