Dag 88 - naar Gambassi Terme - 25 km
Geertje schrijft dit verslag tot het ijs op de knie gesmolten is.
Toeterend en zwaaiend kwam hij deze ochtend om 7.30 uur voorbij de bar gereden, onze ober van de osteria waar we gisteren een zalige avond doorbrachten.
Een fijne man was het, die ons heerlijk eten voorschotelde gisterenavond in zijn Osteria op de piazza Buonaparte. Ingrid nam een pasta met ragu van everzwijn en ik een pasta met mosselen en garnaaltjes.
Hij raadde ons aan om vanmorgen hier koffie te drinken en een broodje te kopen, want onderweg, zo zei hij, was er niks. Enkel nog een bar, 2 kilometer verderop, maar daarna niets meer. Dus stonden we deze ochtend vroeg op en volgden zijn raad op.
We vertrokken om kwart voor 8 om de hitte een beetje voor te blijven. ’S Ochtend is het nog lekker fris wandelen en we schoten goed op, want de eerste 4 kilometers waren op asfalt en leidden ons San Miniato uit.
Zicht op San Miniato
Al snel verlieten we daarna de straat en doken de velden in. Eerst kregen we nog wat bebossing en schaduw. En we kregen meteen enkele mooie panorama’s te zien. De heuvels tekenen zich af tegen de mistige achtergrond van bergen in alle tinten blauw. Je herkent de achtergrond van zovele taferelen van schilderijen uit de Renaissance.
Bij ons eerste stopje geraakten we aan de babbel (in het Italiaans) met twee jagers. Ze waren hun honden aan het trainen voor de jacht op everzwijnen.
Eerste hulp voor pelgrims in nood
Ja ja, Manuela, ons Italiaans is al zo gevorderd dat we dat al begrepen hebben! Hoe die training nu precies verloopt is ons toch niet helemaal duidelijk geworden. Ze hadden alleszins enkele honden vrij rondlopen en die konden ze traceren met hun telefoon. Er liep er een op 800 meter, een andere op 600 meter. We denken dat er toch nog wat extra trainingsuren nodig zijn want we zagen ze later nog een paar keer passeren met hun auto, nog steeds ijverig op zoek naar Stella, hun meest uithuizige hond.
Na ons stopje en een telefoontje naar Didier voor zijn verjaardag, gingen we weer op stap.
De tweede pauze was meteen een vroege lunchpauze om 11.45 uur. Want we hadden enerzijds honger en anderzijds wilden we het gewicht van de lunch uit onze rugzak. Terwijl we ons broodje mozzarella en salami opaten passeerden ons eerst ‘la jeunesse’. Een bende kwetterende Italianen, waaronder Paolo, een meisje en drie mannen die kwetterden als verslaggevers van de Giro.
Opnieuw helemaal ingepakt tegen de zon.
De typische landwegen
Ingrid neemt even over: het ijs is gesmolten en de douche wacht.
Goed voor Paolo dat hij nu jonge mensen gevonden heeft waar hij aansluiting mee heeft én die Italiaans spreken want zijn Engels was werkelijk om te huilen. Ik zag hem gisterenavond al in de weer met dat meisje en vandaag zag ik een zekere vertrouwdheid tussen hen. Goed zo! Na die bende zagen we twee andere meisjes voorbij lopen. En daarna nog een koppel. En nog een. Enfin, tijdens onze lunch zagen we 11 pelgrims voorbij lopen en daarna kwamen we er nog andere tegen. Het is dus eindelijk begonnen, die stroom van pelgrims naar Rome. Hoewel we ook dat weer meteen moeten relativeren want er gaan er maar weinig naar Rome. De meeste gaan naar Siena. De Australiërs kwamen we vandaag niet tegen. We vroegen ons af hoe het met hen verlopen was. En kijk, daarnet, toen ik de was ging ophangen, zag ik ze zitten in de tuin van onze B&B.
De wijn zal goed zijn!
De etappe was heel mooi maar behoorlijk zwaar. Vooral op het einde, toen het weer steil omhoog ging en de zon brandde. Het werd weer meer dan 30 graden en er was niet veel schaduw. Dan weet je dat het afzien wordt. Maar ook dat er een einde komt, als je dan eindelijk boven op de berg in Gambassi Terme aankomt. Op een terrasje, natuurlijk. En daarna naar onze B&B, manman, wat een luxe na die jeugdherberg waar ik in dat stapelbed moest kreffelen. O wee als je dan ’s nacht naar de wc moet… Als Geertje zich onder mij omdraaide, waggelde heel dat bed en werd ik bijna zeeziek. Vandaag hebben we een mooie, gezellige kamer en daar kikkert een mens van op! Zeker als je tijdens de douche door het raampje naar buiten kijkt en San Giminiano wat verder op een heuvel ziet liggen. Daar gaan we morgen naar toe, slechts 13 km verderop. Eigenlijk kunnen we morgen ook als een rustdag beschouwen.
Ps: Het was een mooie dag. Vermoeiend maar mooi.
Pps: Zo is het vaak. Mooie dingen zien of ervaren kost vaak moeite. Een beetje afzien om dan beloond te worden. Zonder contrast zou het leven maar vlak zijn.
Ppps: Bedankt aan iedereen die ons aanmoedigt. Daar denken we dan aan als het afzien is. Vandaag een speciaal woordje van dank voor Didier, het is zijn verjaardag en voor Toon en Caroline en voor Gilles Daniëls. Jullie steun is hartverwarmend!
Reacties
Good busy !
Moge jullie nog vele van deze prachtige 'Weg naar Rome'-dagen hebben ... alhoewel ze stillekesaan op 2 handen te tellen gaan zijn...
Veel genot daar meisjes, wij genieten mee van jullie adembenemende foto's en verhalen.
xxx
(J&M)
De klassiekers volgen nu elkaar op: Lucca, Firenze, San-Giminiano, Siena ... Wanneer beginnen de laatste 100 kilometer of die laatste 10 dagen? Dat moet nu toch wel snel naderbij komen? We zouden graag kunnen beginnen aftellen.... En bovenal: molto coraggio ragazze!