Dag 78 – naar Groppodalosio – 12 km
Het moet gezegd: we hadden een vreselijke nacht. Nauwelijks 4 uur geslapen. Je zou denken dat na zo’n heftige etappe wij slapen als rozekes. Nope. Ik denk dat ons lijf zich teveel heeft moeten inspannen. We zijn in het rood gegaan en dat bekoop je altijd ’s nachts. Als de wekker dan afgaat om 6.30 uur dan vloek je en denk je wel eens waarom zijn we niet gaan snorkelen in de Caraïben?
Waarom we er zo vroeg uit moesten? Wel, de lieve man van Roberta, wil ons niet alleen terug naar Berceto brengen maar zelfs een stuk verder tot op de Col de Cisa. Dat is goed nieuws en daarom staan we vroeg op: zo kunnen we de col afdalen voor 11 à 12 uur wanneer er opnieuw onweer en regen voorspeld wordt.
Om 8.15 uur stonden we op de col. Alles was er pottoe. Geen winkeltje of bar om een sandwich te kopen voor onderweg. Buiten enkele motards was er ook nog niemand anders op de col. We klommen omhoog naar de kapel die bovenop de col staat. Daarnaast staat de Porta Toscana. Jawel hoor, we zijn in Toscane! Onder de poort door loopt de Via Francigena. Eigenlijk hadden we ons voorgenomen om de weg te nemen. Want het pad staat beschreven als erg steil en gevaarlijk bij regenweer. We twijfelen. Maar met een blik op de open blauwe hemel en op het aanlokkelijke bergweggetje onder de poort, beslissen we om toch het gewone pad te nemen en niet de asfalt.
We hebben de beste keuzes gemaakt vandaag. Zowel om ons naar de col te laten voeren als om door te wandelen, ondanks de voorspelde regen. We hadden ook de trein naar Pontremoli kunnen nemen en de col overslaan. Maar gelukkig deden we dat niet. We kregen weer prachtige panorama’s en idyllische kleine dorpjes op ons pad.
Ja, de weg was steil, en lag bezaaid met puntige losse keien die een uitdaging zijn voor je enkels. En ja, het was een pittige afdaling, maar we hebben het gehaald. In Previde, het dorpje net voor Groppodalosio, konden we zelfs nog een halfuurtje rust houden op het binnenkoertje van de pelgrimsherberg Eremo Gioioso. Het plekje hebben ze omgedoopt tot ‘oase van de pelgrim’, en dat was het ook: tafels en banken onder een afdak, free WiFi, water, drankjes te krijgen tegen een vrije bijdrage, en hoera: ook een lafuma ligstoel die Ingrid zich meteen toe-eigende. Een beetje later kwam ook Laurens langs, en we hadden een interessant gesprek met hem. Laurens is een jonge kerel die vertrokken is in Londen, en stapt als een reus. Hij loopt 1,5 etappe per dag, maar houdt tussendoor veel babbels met dorpsbewoners. Hij is linguïst en fervent voorstander van het behoud van oude talen. Want wat we van hem leerden is dat niet alleen het patois van de val d’Aosta, maar ook het Piomentees, het Lombardijns enz geen dialecten of varianten zijn, maar aparte talen met aparte grammatica en woordenschat die nauwelijks te begrijpen zijn door andere Italianen. ‘De taal die vergezeld is van een leger haalt het’ zei hij en dat is een stelling om over na te denken.
Laurens met de lange benen vertrok weer, recht naar Pontremoli, en wij bleven achter in de oase van de pelgrims. Het was er zo vredig en zonnig dat we gewoon in slaap zijn gevallen. Ingrid op haar Lafuma en ik op een bank. Het deed zo’n deugd.We werden wakker van enkele regendruppels en gerommel in de verte. Tijd om te vertrekken, want we willen absoluut aankomen met droge kleren.
Onze thuis vanavond: Ostello Temperance
Dat is ons gelukt. We verblijven in de ostello Temperance, waar Greta en Marco ons opwachten. Het is een parel van een berghuis, mooi opgeknapt en heerlijk rustig. Niet alleen voor pelgrims, maar ook voor toeristen die hier komen wandelen. Marco woonde vroeger in Milaan, Greta is afkomstig uit Bologna. Ze hebben elkaar ontmoet op de camino Frances. Na afloop hebben ze hun baan opgezegd, zijn ze gaan samenwonen en hebben ze het drukke hectische leven van Milaan ontvlucht . Ze vonden dit huis en dit leven in de bergen. Met veel werk in de zomer en een vertraagd werkritme in de winter. Toch een straffe keuze voor zo’n jong koppel om hier te komen wonen in een dorp van amper 11 mensen!
Vanavond schuiven we bij hen aan. Ze koken voor ons. We hebben honger, want vandaag hebben we het moeten stellen met toast met confituur, een stuk cake, meegenomen van de ontbijttafel, een perzik en wat vijgen van een boom onderweg.
Morgen lopen we naar Pontremoli. De stijle bergen zijn dan alweer voorbij. We houden van de Apennijnen! Hoe vermoeid we ook zijn.
PS. Bedankt nonkel Herman en tante Leona voor jullie steun aan Make it Work! Deze mooie etappe was voor jullie!
Reacties
Ann
Het is een bewijs hoe goed jullie bezig zijn dat de gedachte "waarom zijn we niet gaan snorkelen in de Caraïben?" pas op dag 78 bij jullie opkomt! Het was natuurlijk onvermijdelijk dat jullie vroeg of laat in de verleiding zouden komen maar jullie hebben, in de beste YAR traditie, deze gedachte laten passeren en weer losgelaten. Ik ben dan ook super trots op jullie en vooral op de ijzeren discipline die ook tot uiting komt in het dagelijkse verslag dat stipt om 8 uur 's ochtend binnenkomt "come rain or shine".
Veel sterkte en plezier nu het einde van jullie mooie tocht toch echt in het zicht komt.
Hartelijke groeten, Jan Metselaar.
Waarom rusten jullie niet eens lekker uit als de herberg zo tof is? Waarom opeens die haast?
Ons Gerda en Herman (vandaag in Nieuwpoort - we terrasten samen en hadden het natuuuuuuurlijk over jullie!), wel zij vrezen dat jullie té vroeg gaan arriveren voor de blijde opwachting die ze jullie wilden bezorgen.
Dus, take it easy als je ergens op een leuke stek zit, slaap er dan nog eens een nachtje bij. De moeilijkste Appenijn hebben jullie nu blijkbaar toch al verslagen!
Met wat bemoei ik me ;-)
Veel liefs!
(J&M)
Jullie hebben het weer gedaan, een moeilijkheid overwonnen en omgezet naar een
Die poort naar Toscane is wel heel bijzonder, ik associeer Toscane helemaal niet met de Apenijnen maar ze maken er natuurlijk wel deel van uit. Een toeristische misvorming want we verbinden Toscane vooral met de kunststeden Firenze, Siena, Pisa enz... We leren dus ook dagelijks bij met jullie blog!
Heel fascinerend die Londense linguïst met zijn dialectentheorie. We hadden ook al geleerd over de enorme variatie aan dialecten in Italië (zeker in geïsoleerde berggebieden), zelfs in die mate dat er eigenlijk geen officieel Italiaans bestond en moest uitgevonden worden na de eenmaking van Italië. Nochtans blijken de meeste dialecten wel een gemeenschappelijke stam te hebben namelijk het Latijn.
Heel mooie afsluiting van de dag met dat bijzondere koppel dat de luxe (en de stress) achter zich laat voor een ostello in de bergen. Wel een klein wonder dat er 2 mooie exemplaren zo dicht bij elkaar liggen, terwijl jullie soms uren moeten zoeken om een geschikt pelgrimsverblijf te vinden. Avanti ragazze! Volhouden, Toscane lacht jullie toe.