Dag 19 - naar Condé-Sur-Marne - 24 km
Gisteren lagen we om 21.00 uur in ons bed nadat we in de piepkleine dorpswinkel piepkleine dingetjes kochten waarmee we een simpele pasta maakten. Daarna vielen we van vermoeidheid bijna van onze stoel. Maar kijk, een verkwikkende nacht doet wonderen. Om 08.00 verwachtten we de vrouw des (champagne)huizes met een croissant en een stuk brood. Omdat ze wat langer wegbleef, ging Geertje alvast op uitkijk en we kregen in afwachting een rondleiding in de cave door de heer des huizes. Nu weten we waarom champagne zo duur is: die druiven worden nog met de hand geplukt en de flessen worden voortdurend gedraaid, de magnumflessen zelfs met de hand. Elke dag. Om het bezinksel bovenaan in de fles te krijgen, het daar te bevriezen en weg te halen voor de fles zijn kurk krijgt.
We sliepen zonder het te weten recht boven de cave met hun vloeibaar goud. We sliepen heerlijk.
De etappe vandaag was schitterend. Door het bos, door de wijnvelden en opnieuw door de akkers.
Door de akkers zagen we van ver twee bewegende stipjes. Een beetje dichterbij waren we zeker: twee pelgrims, die als twee slakken hun huisje op hun rug dragen. Ze begonnen te zwaaien en toen onze wegen samenkwamen, bleken het een jonge Italiaanse schoonheid, Frederica, en een jonge stoere Spanjaard, Nico, te zijn. Eindelijk eens pelgrims die ook naar Rome stappen, de eerste die we tegenkomen. Hoera!
Ze doen de Francigena helemaal. Dat wil zeggen dat ze vertrokken zijn in Canterbury en dat ze doorgaan tot in Puglia. Dat is nog een stuk verder dan wij! Ze doen het voor een goed doel: Free Wheels, een vzw die de toegankelijkheid van alle pelgrimswegen wil vergroten voor mensen met een beperking. We trokken een eindje samen op en liepen meteen verkeerd. Typisch, als je praat ben je gemakkelijk afgeleid en de GR is in deze regio eerder spaarzaam met zijn bewegwijzering. Zij stopten voor een picknick, wij liepen nog een stuk door.
Wij stopten voor een picknick, zij liepen ons voorbij. De kans dat we hen nog eens tegenkomen is niet zo groot. Ze slapen in een tent en lopen een stuk verder. Maar wie weet, op de Camino weet je nooit. Zou heel leuk zijn!
We vonden een slaapplek in een gîte, Le clef des champs. Eenvoudig zoals altijd maar met een balzaal van een kamer en eetzaal. We zijn er helemaal alleen. We kregen een welkomstdrankje en de man, een gepensioneerde landbouwer, legde ons uit dat we ons om eten geen zorgen hoefden te maken: er was een automaat met producten van de boeren in de regio en er was een pizza-automaat. Uit de ene automaat haalden we aardbeien. Uit de andere een pizza Parisienne en een pizza margherita. Wonderlijk. De pizza’s kwamen er heet uit en waren nog lekker ook.
De etappe was 24 km lang, dus niet heel lang, maar het laatste stuk was toch weer zwaar. Zoals gewoonlijk. De laatste kilometer heeft een enorme elastische eigenschap. Die kan rekken tot twee, zelfs drie kilometer, en aanvoelen als vijf. Je ziet de kerk van het dorpje waar je moet zijn, maar daar dan nog geraken…. Ongeacht de lengte van de etappe.
Dan maar even de voeten afkoelen in het canal de l’Aisne a la Marne. En dan weer verder stappen/strompelen.
De gedachte van de dag ging over kleine dingen. Hoe onbeduidend is het om eten in je kast te hebben, koele drankjes in je frigo, overal waar je komt een toilet ter beschikking, water uit de kraan. Voor ons zijn het belangrijke dingen geworden. Als je onderweg durft aan te bellen om iets te vragen, dan kijken mensen eerst argwanend, daarna nieuwsgierig en daarna geven ze je al wat je nodig hebt. Dat vonden onze jeugdige medepelgrims ook. Dat bracht me bij de kleine goedheid. Het is de kleine goedheid van gewone mensen die de wereld inhoud, vorm en kleur geeft.
Ps: Saskia en Ignace, Lola en Fran, onze doortocht bij jullie was werkelijk gedenkwaardig! We kenden elkaar van haar noch pluim en werden toch zomaar verwend op alle vlakken. Bedankt voor jullie steun, hulp en vriendelijkheid! Over kleine goedheid gesproken!
Reacties